Paarse dovenetel

Lamium purpureum

Veel bloemen in de bovenste bladoksels. Bloemkroon 10 – 15 mm. lang, tweezijdig symmetrisch, paarsachtig of rood, aan de buitenzijde harig, 2-lippig. Bloemkelk voor de helft gespleten in vijf lobben. Kelkbladlobben smal-spits, priemvormig, harig, uitstaand. Vier meeldraden, 1-stijlige stamper met een gespleten stempel. Stengel 4-kantig. Bladeren tegenoverstaand, gesteeld, hart- of niervormig, variërend in grootte (1 – 4 cm.), grof getand met stompe tandjes, de bovenste bladeren dicht opeen. Hoogte: 15 – 30 cm. Habitat: Verwilderde plaatsen, tuinen en woonerven. Tamelijk zeldzame exoot. Lijkt op: In bewoonde gebieden komen verscheidene andere uitheemse dovenetels met paarse bloemen voor. –A. Hoenderbeet, Lamium amplexicaule, heeft rondere bladeren, de bovenste ongesteeld, stengelomvattend.IJslands: Varpatvítönn. B. Noordse dovenetel, Lamium mulucellifolium, heeft niervormige bladeren en een bloemkelk met langere kelkbladlobben. Bloeitijd: Juni – juli. IJslands: Akurtvitönn. (Lipbloemenfamilie).