Dikbladige muur

Stellaria crassifolia

Bloemen 7 – 10 mm. breed, 5-tallig. Kroonblaadjes bijna geheel gespleten, dus schijnbaar tien blaadjes. Kelkblaadjes 3 – 4 mm. lang, toegespitst, met vliesrandje. Tien meeldraden, één 3-stijlige stamper. Stengels tenger. Bladeren tegenoverstaand, ovaal of lancetvormig, doorgaans 6 – 12 mm. lang en 2 – 4 mm. breed of groter, bijna zittend, glad, spits. Dikbladige roodbruine broedbolletjes bevinden zich laat in de herfst aan de takjesuiteinden. Hoogte: 15 – 30 cm. Habitat: Vochtig grasland, meeroevers of bultheuveltjes in draslanden. Tamelijk algemeen, maar ontsnapt tot laat in de zomer aan de aandacht. Lijkt op: Kleine muur , Noordse muur (zie onder) en Grasmuur: de Dikbladige muur onderscheidt zich met een smallere taps toelopende bladvoet, kleinere bloemen en groene haarloze schutblaadjes. Bloeitijd: Juli. IJslands: Stjörnuarfi. (Anjerfamilie). – A: Noordse muur, Stellaria calycantha, is een zeldzame soort die het meest op de Dikbladige muur lijkt, maar rijziger is en kleinere bloemen heeft met zeer korte kroonblaadjes, die veel korter zijn dan de kelkblaadjes;de bovenste bladeren spaarzaam bedeeld met onbeduidende haren (vergrootglas!). IJslands: Línarfi.