Kleine ratelaar

Rhinanthus minor

Bloemen in de bovenste bladoksels, tweezijdig symmetrisch, 15 – 18 mm. lang. Bloemkroon vergroeid-kroonbladig met een gele helm, doorgaans met een paarse vlek aan de voorzijde. Bloemkelk zijwaarts samengedrukt, 8 – 15 mm. lang, breed in het midden, smalle opening, ietsje ingesneden. Vier meeldraden. Eén stamper die rijpt tot een grote, ronde en dunne vrucht, ongeveer 1 cm. breed. Bladeren tegenoverstaand, langwerpig tot lancetvormig, zittend, 2 – 4 cm. lang en 0,5 – 1 cm. breed, soms breder bij de voet, regelmatig scherp getand, kortharig. Hoogte: 10 – 30 cm. Habitat: Weiden en woonerven, vaak in verstoorde gebieden en in heideveld. Algemeen. Lijkt op: Geen. Bloeitijd: Jun – juli. IJslands: Lokasjóður (Helmkruidfamilie) – De Kleine ratelaar wordt door IJslandse kinderen vaak ‘Peningagras’ (Penninggras) genoemd, vanwege de vorm van de vruchten, die ze gebruiken als speelgeld.