Zwarte zegge

Carex nigra

Tamelijk rijzige zegge met een variabel voorkomen, doorgaans met twee tot vier kortgesteelde rechtopstaande vrouwelijke aren en een of twee eindstandige mannelijke aren. Kafjes zwart met een lichte middelnerf, eirond, stomp. Urntjes doorgaans groen, soms bruinig, langer dan de kafjes, kortgesnaveld of snavelloos. Lange schutblaadjes met zeer korte groene of lichtbruine bladschedes. Halmen driekantig, tamelijk tenger. Bladeren lang en smal, 2 – 3 mm. breed, schuitvormig; bladrand ingerold. Hoogte: 20 – 80 cm. Habitat: Modderpoelen en meeroevers. Zeer algemeen. Lijkt op: Stijve zegge. Bloeitijd: Juni. IJslands: Mırastör (Cypergrassenfamilie).